Atske Quelle
‘Brood, groente, verzorgingsproducten; het meeste is zo weg’
We verspillen in Nederland steeds minder voedsel. Goed nieuws dus. Toch gooit iedere inwoner jaarlijks gemiddeld 33 kilo aan eten weg. Wat is daar tegen te doen? En hoe pakken we dat aan in de gemeente Harderwijk? Vandaag: Atske Quelle (56) over haar weggeefkast.
Op een rustig plekje aan de Tweede Parallelweg 9b, op de rand van Harderwijk en Hierden, heeft Quelle haar pedicurepraktijk. Naast het pand staat een zwarte kast die ze elke dinsdagmiddag vult met brood en andere levensmiddelen. Het zijn restanten van de voedselbank. Maar er liggen ook kledingstukken, boeken en andere huishoudelijke spullen. Iedereen is vrij om er iets uit te halen. Of zoals ze zelf zegt: ‘Heb je wat nodig, haal het eruit. Heb je wat over, zet het erin.’
Hoe zet jij je in tegen voedselverspilling?
‘Via de weggeefkast help ik mensen die een extraatje kunnen gebruiken. Maar ik vind het net zo belangrijk om verspilling tegen te gaan. Weggooien en vernietigen is zo zonde. Er zijn veel mensen die het graag willen hebben. En anders zijn er altijd nog dieren die we er blij mee maken.’
Wanneer besloot je iets tegen verspilling te doen?
‘In coronatijd begon ik een plantenasiel, omdat veel mensen planten weggooien die je met een beetje liefde en verzorging een tweede leven kunt geven. Net zo goed tegen de verspilling. Maar ik kende ook een echtpaar dat overgebleven voedsel van de voedselbank rondbracht bij mensen. Zij werden een beetje te oud en toen heb ik het overgenomen. Rondbrengen vind ik te veel werk, dus ik maakte pakketten die mensen zelf konden afhalen. Foto’s daarvan deelde ik via WhatsApp. Maar ja, ook dat kost tijd.’
Hoe is dat verder gegaan?
‘Ik las iets over een weggeefkast. Daar leg je alles in, met een deur ervoor tegen ongedierte. Net zo makkelijk. Ik vond iemand die zo’n kast wilde timmeren en sinds dit voorjaar heb ik ‘m in gebruik. Er mist alleen een stevig dakje en ik moet het nog een keer schilderen. Maar het werkt prima. Zowel overdag als ’s avonds zie ik mensen komen. Brood, groente, verzorgingsproducten; het meeste is zo weg.’
Wat betekent dit voor jou?
‘Ik doe het niet om mijzelf een beter mens te voelen. Het is mooi dat ik anderen help, maar het gaat mij vooral om die verspilling. We produceren veel te veel en dat is niet duurzaam. Mijn ouders leven nog en hebben de oorlog meegemaakt. Ze hebben vaak verteld over honger en armoe. Zelf waren ze eendenhouders en was ‘t ook niet altijd een vetpot. Je moet gewoon dankbaar zijn voor het eten dat er is. Dat heb ik echt door mijn opvoeding meegekregen.’
Welke tip heb je voor inwoners?
‘Deel uit wat je overhoudt. Vries het in. Maak er soep van. Geef restjes aan de kippen. Maar gooi niets weg. Ook niet als het over de datum is. Proef altijd eerst even. Vooral die soep is een aanrader: bijna alle restjes kan je op die manier opnieuw gebruiken. Van een stukje aardappel tot het kontje van de komkommer.’